woensdag 19 juni 2019

Welkom bij de opleiding 'Schrijver'


Niet duur, maar wel duurzaam, de opleiding ‘Schrijver’ aan KADE, de kunstenacademie van Deinze.

Je vindt het heerlijk om je te wentelen in een wereld van woorden.
Woorden die hun thuis vinden in een gedicht, een cursiefje, een verhaal, een dialoog of een roman.
Of je loopt al lang met de idee rond om een en ander op papier te zetten.
Dan is deze opleiding zeker iets voor jou.

Tijdens de wekelijkse lessen komen alle genres - poëzie, proza, toneel - uitgebreid aan bod. We zitten drie uur in de bibliotheek, een inspirerende boekentempel, waar we ons verdiepen in de voorbeelden uit de jeugd- en volwassenenliteratuur. En in wat de cursisten zelf geschreven hebben, natuurlijk.

Elk academiejaar komen drie auteurs langs om te vertellen over hun inspiratiebronnen, schrijven en uitgeven.

Wat je schrijft mogen anderen ook lezen: zo verschijnt geregeld een selectie van de literaire bijdragen van de cursisten op deze blog.

Als sluitstuk van deze driejarige opleiding presenteer je een staalkaart van je literaire creativiteit aan een professionele jury.

Wil je een kennismakingsles bijwonen?

Mail voor een afspraak naar deinzeschrijft@gmail.com

Strips


Strips

Irgmard bekijkt de stapel strips die ze net aan haar voordeur zette. De geur plakt nog in haar neus. “De stank van mijn verleden,” denkt ze en kwakt de deur toe.

Haar verleden.
Zij, zittend op haar bed. Een non in de gang. Uitstervende stappen.
De knip van een schakelaar. Stilte.
Het “psssst” dat aankondigde dat er “post” was. Handen onder de chambretten. Handen met snoep. Handen met huiswerkvragen. Handen met sigaretten.

Handen met strips. De verboden vrucht in Sancta Maria Verrijzenis.
Irmgard had er wel tweehonderd. Gekregen van haar oma.  Heel de slaapzaal werd door haar bevoorraad.

Ze las ze ze onder het deken, een zaklamp tussen haar tanden. En kuchte telkens ze een blad omdraaide.

Toen haar schooltijd erop zat, stak Irmgard de beste strips in haar internaatkoffer en zette die op de kleerkast. Als een relikwie van haar jeugd.

Na haar huwelijk met Erwin verhuisde de koffer naar hun zolder. Het enige wat Irmgard er nog mee deed was hem één keer per jaar afstoffen.
Tot aan de dag waarop ze thuis komt en de strips op de vloer vindt. Ze liggen verspreid over het hele huis. Op automatische piloot begint ze op te ruimen.  
Dan voelt ze de dolk in haar hart. “Oké, hier zijn de strips… maar wat is er met de koffer?”

Irmgard blijft even in freeze, en gaat de trap op. Vanuit haar ooghoeken ziet ze de slaapkamerdeur veel te ver openstaan.
De dolk klimt tot haar keel.

Ze versnelt haar stap, rent tot aan de zolderdeur.
En blijft staan.
Het heeft geen zin meer, weet ze.

Hij is weg. De koffer.
En haar man.


Strips

Irgmard bekijkt de stapel strips die ze net aan haar voordeur zette. De geur plakt nog in haar neus. “De stank van mijn verleden,” denkt ze en kwakt de deur toe.

Haar verleden.
Zij, zittend op haar bed. Een non in de gang. Uitstervende stappen.
De knip van een schakelaar. Stilte.

Het “psssst” dat aankondigde dat er “post” was. Handen onder de chambretten. Handen met snoep. Handen met huiswerkvragen. Handen met sigaretten.

Handen met strips. De verboden vrucht in Sancta Maria Verrijzenis.
Irmgard had er wel tweehonderd. Gekregen van haar oma.  Heel de slaapzaal werd door haar bevoorraad.

Ze las ze ze onder het deken, een zaklamp tussen haar tanden. En kuchte telkens ze een blad omdraaide.

Toen haar schooltijd erop zat, stak Irmgard de beste strips in haar internaatkoffer en zette die op de kleerkast. Als een relikwie van haar jeugd.

Na haar huwelijk met Erwin verhuisde de koffer naar hun zolder. Het enige wat Irmgard er nog mee deed was hem één keer per jaar afstoffen.
Tot aan de dag waarop ze thuis komt en de strips op de vloer vindt. Ze liggen verspreid over het hele huis. Op automatische piloot begint ze op te ruimen.
Dan voelt ze de dolk in haar hart. “Oké, hier zijn de strips… maar wat is er met de koffer?”

Irmgard blijft even in freeze, en gaat de trap op. Vanuit haar ooghoeken ziet ze de slaapkamerdeur veel te ver openstaan.
De dolk klimt tot haar keel.

Ze versnelt haar stap, rent tot aan de zolderdeur.
En blijft staan.
Het heeft geen zin meer, weet ze.

Hij is weg. De koffer.
En haar man.


© Patrice