Tweeduizend jaar geleden overleed de Italiaanse
dichter Ovidius. In de eerste jaren van onze jaartelling voltooide hij zijn
METAMORPHOSEN.
In die fantasierijke verhalen vertelt hij hoe meisjes
bomen worden. Of vleermuizen. En hoe jongens uitgroeien
tot zwanen of tot een hert.
En dat allemaal tegen de achtergrond van een druk
universum waarin goden, nimfen en mensen ofwel in de netten van de liefde,
ofwel in de kluisters van de haat en wraak gevangen zitten.
De grondgedachte van de metamorphosen blijft: ‘alles
beweegt, niets blijft en niets vergaat…’
Pakweg 2000 jaar later hebben de cursisten van de
opleiding Schrijven aan onze academie ook hun verbeelding aan het werk
gezet Zij schreven een tekst waarin een gedaanteverandering
zit verwerkt; de ene keer al opvallender dan de andere keer.
Pugilis
Belsignaal.
Mick Slade stuift vanuit de rode hoek naar zijn tegenstander. Mick is twintig, een flinke tien jaar jonger dan de andere bokser. Met zijn jeugdig enthousiasme beukt hij erop los. Links, rechts, links, links, uppercut: zijn slagen treffen doel met de kracht van een gorilla. De coach van de tegenstander staat te tieren naast de ring. “Ontwijken! Stoten! Uppercut! Sla hem verrot! Doe iets godverdomme, doe dan toch iets!” Tevergeefs. Mick ontwijkt de tegenaanvallen met het grootste gemak.
Lachend.
Dansend.
Als een dartel veulen in een groene wei.
Mick Slade stuift vanuit de rode hoek naar zijn tegenstander. Mick is twintig, een flinke tien jaar jonger dan de andere bokser. Met zijn jeugdig enthousiasme beukt hij erop los. Links, rechts, links, links, uppercut: zijn slagen treffen doel met de kracht van een gorilla. De coach van de tegenstander staat te tieren naast de ring. “Ontwijken! Stoten! Uppercut! Sla hem verrot! Doe iets godverdomme, doe dan toch iets!” Tevergeefs. Mick ontwijkt de tegenaanvallen met het grootste gemak.
Lachend.
Dansend.
Als een dartel veulen in een groene wei.
Maar halverwege de tweede ronde laat het dartel veulen
zich afleiden door een blonde merrie op de eerste rij.
Een knipoog.
Lange, bruine benen.
Grote, bruine borsten.
Mick kijkt het paard één seconde te lang in de bek. Plots wordt hij midden in zijn gezicht geraakt door een mokerslag. Zijn verdediging hapert, zijn rivaal timmert die ongenadig in de prak. Met iedere stoot voelt Mick zich tien jaar ouder worden. Het dartel veulen danst niet meer, maar staat te zwalpen op wankele benen. De stoere gorilla verandert langzaamaan in een lelijke neusaap.
Een knipoog.
Lange, bruine benen.
Grote, bruine borsten.
Mick kijkt het paard één seconde te lang in de bek. Plots wordt hij midden in zijn gezicht geraakt door een mokerslag. Zijn verdediging hapert, zijn rivaal timmert die ongenadig in de prak. Met iedere stoot voelt Mick zich tien jaar ouder worden. Het dartel veulen danst niet meer, maar staat te zwalpen op wankele benen. De stoere gorilla verandert langzaamaan in een lelijke neusaap.
De laatste uppercut zorgt
ervoor dat geen prille twintiger, maar een versleten tachtiger neerzijgt in de
ring.
“Hinnik,” denkt Mick. En: “Oe-oe-oe.”
Zijn laatste verwarde gedachten terwijl het publiek hem ziet versmelten met het witte canvas.
“Hinnik,” denkt Mick. En: “Oe-oe-oe.”
Zijn laatste verwarde gedachten terwijl het publiek hem ziet versmelten met het witte canvas.
©
Jan