maandag 12 december 2016

GEDAANTEWISSELING: Voorwaarde 7, paragraaf 8

Tweeduizend jaar geleden overleed de Italiaanse dichter Ovidius. In de eerste jaren van onze jaartelling voltooide hij zijn METAMORPHOSEN.    
In die fantasierijke verhalen vertelt hij hoe meisjes bomen worden.  Of vleermuizen.  En hoe jongens uitgroeien tot zwanen of tot een hert.  
En dat allemaal tegen de achtergrond van een druk universum waarin goden, nimfen en mensen ofwel in de netten van de liefde, ofwel in de kluisters van de haat en wraak gevangen zitten.   
De grondgedachte van de metamorphosen blijft: ‘alles beweegt, niets blijft en niets vergaat…’

Pakweg 2000 jaar later hebben de cursisten van de opleiding Schrijven aan onze academie ook hun verbeelding aan het werk gezet   Zij schreven een tekst waarin een gedaanteverandering zit verwerkt; de ene keer al opvallender dan de andere keer. 

Voorwaarde 7, paragraaf 8

Maandag 10 april, 6 uur in de ochtend. De wekker rinkelt. Bart schuift met één hand over de nachttafel. Onder druk van de hand zakt deze iets naar beneden, en komt dan zachtjes terug op haar plaats.
Verwonderd opent hij één oog. Dan meteen het tweede.  De nachttafel zweeft. Wat verder ziet hij de andere meubels van zijn loft hangen. En de wekker.
In een reflex wil Bart gaan zitten, maar botst met zijn hoofd hard tegen het plafond.
“What the hell!” roept hij. 
Even gaat hij in “freeze”. Zijn ogen speuren de omgeving af. Dan rolt hij zich voorzichtig naar de bedrand. Vijf meter onder zich ontwaart hij de loftvloer. 
Snel laat hij weer zijn hoofd op het kussen zakken. “Ik word zot,” denkt hij.“Zot!”
Fors zet hij zijn voeten tegen het plafond en duwt hij het bed waarop hij ligt naar beneden.  Hij wringt zich vantussen het bed en het plafond. Het lukt. 
Met zijn voeten tegen het plafond stapt hij naar de dichtstbijzijnde muur. Daar grijpt hij de haak van een reusachtig schilderij, en trekt zich naar omlaag. Zijn hand strekt zich uit naar een deurklink, maar die hangt net buiten reikwijdte.
“Verdomme,” vloekt Bart. “Schijtloft.”
Hij stapt verder naar een hangkast aan de andere kant van de deur, en probeert het nog eens. Ditmaal met succes. Bart wurmt zich door het deurgat, en komt in de gang. Gelukkig is het plafond daar veel lager. Het lukt hem relatief vlot de huisdeur te openen.
Ondersteboven hangt hij in de deuropening en kijkt naar buiten. Mensen haasten zich naar hun werk. Niemand schijnt hem te zien.
“Alarm!” schreeuwt Bart. “Alarm!”
Een paar voetgangers draaien hun hoofd opzij, bekijken hem met vreemde blik en stappen verder. Enkele mensen lachen.
Dan gaat zijn gsm af. “Verdomme, lag op mijn nachttafel...,” zucht Bart. Hij volgt dezelfde weg terug: gang, deur, hangkast, leefruimte. Het lukt beter dan voordien. Ook op het plafond lijkt al wat vlotter te gaan.
Zijn gsm zweeft naast de Sanseveria. Bart neemt op.
“Fijne goedemorgen mijnheer De Zwever,” zegt een wat trillerige vrouwenstem. “U spreekt met het Nationaal Agentschap Zwaartekracht Aangelegenheden. NAZA dus, met een Z. Niet te verwarren met NASA. Hoe voelt u zich?”
“Wel...compleet ondersteboven eigenlijk.” antwoordt Bart.
“Mag ik u even feliciteren? U werd geselecteerd voor een belangrijk wetenschappelijk experiment, gericht naar woningen met ultrahoge zoldering. Via gerichte stralen vanuit een satelliet keren we voor 24 uur de zwaartekracht om.  Zo creëren we een nieuwe soort dubbelwoningen, waarbij één woning zich op de grond situeert en een andere op het plafond.  U doet momenteel mee aan de allereerste proef. Geweldig, niet? Vertel eens, mijnheer De Zwever...wat is er zo fijn aan plafondwonen?”

“Niets, mevrouw Naza. Ik wil terug met mijn voeten op de aarde. Ik moet naar het werk gaan...En bovendien heb ik geen tijd voor vragen... mijn huisdeur staat nog open!”
“Maakt u zich daar maar geen zorgen over, hoor! Uw werkgever is één van onze grootste aandeelhouders. Hij heeft u aanbevolen. En het telt voor werkuren, dat heeft hij ons verzekerd.”
Bart weet even niet wat zeggen.
“Mijnheer De Zwever?”
“Mevrouw... Luister eens... Zeg tegen uw klote-aandeelhouder dat hij zelf aan het plafond gaat hangen! En hij mag meteen ook mijn ontslagbrief klaarleggen. Ik heb er genoeg van!”
Aan de andere kant van de lijn klinkt er geroezemoes.
Een man neemt over. “Hallo Bart, zo heet je toch he? Ik ben Fieliep. Fijn je te leren kennen! Bart, ik moet je feliciteren. Je bewijst de wetenschap momenteel een onschatbare dienst. Die vierentwintig uur zijn zo om, je zal het zien. Vannacht schakelen we de satelliet stap voor stap uit en dan komt je bed netjes terug op zijn plaats. Deal?”
“Nee!” zegt Bart. “Ik vraag u uitdrukkelijk om nu onmiddellijk met dat idiote experiment te stoppen.”
“Maarmaarmaar...denk toch niet enkel aan jezelf, beste kerel. Denk aan de positieve gevolgen voor de woningmarkt! Je naam in de krant...”
“Neeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeee zeg ik!”
“Komaan, Bart. Dit is waarschijnlijk het belangrijkste dat je ooit in je leven zal doen! Dat ga je toch niet laten schieten, zo'n kans?”
“Hoort ge niet goed, vent? ZET-DIE-SATELLIET-AF!” Barts lippen trillen van woede.
“Oké dan...Je huisdeur stond open zei je? Dat is alvast conform voorwaarde 7 paragraaf 8. Over de aansprakelijkheden als de klant zelf verzoekt de noodknop in te drukken. Wij verwittigen uiteraard de nodige diensten...”
“Ik weet van geen voorwaarden. Dat interesseert mij ook niet. Ik wil naar beneden.”
“Door mee te doen aan het experiment heb je je er automatisch mee akkoord verklaard.”
“Luister eens nazalul. Stop die voorwaarden ergens waar het licht niet komt. En ik herhaal het nog één keer: stop! Nu!”
“Goed Bart, daar gaan we dan! Ik druk op de noodknop! Spoedig herstel, Meneer De Zwever” 

© Patrice

maandag 5 december 2016

GEDAANTEWISSELING: Android

Tweeduizend jaar geleden overleed de Italiaanse dichter Ovidius. In de eerste jaren van onze jaartelling voltooide hij zijn METAMORPHOSEN.    
In die fantasierijke verhalen vertelt hij hoe meisjes bomen worden.  Of vleermuizen.  En hoe jongens uitgroeien tot zwanen of tot een hert.  
En dat allemaal tegen de achtergrond van een druk universum waarin goden, nimfen en mensen ofwel in de netten van de liefde, ofwel in de kluisters van de haat en wraak gevangen zitten.   
De grondgedachte van de metamorphosen blijft: ‘alles beweegt, niets blijft en niets vergaat…’

Pakweg 2000 jaar later hebben de cursisten van de opleiding Schrijven aan onze academie ook hun verbeelding aan het werk gezet   Zij schreven een tekst waarin een gedaanteverandering zit verwerkt; de ene keer al opvallender dan de andere keer. 


Waar is de tijd dat ik nog gewoon een smartphone in mijn broekzak droeg. Daarvoor had ik al drie andere modellen versleten. Ofwel hadden ze te weinig geheugen, ofwel reageerde een scherm niet accuraat op mijn dikke  vingers. Of ze deden niet wat ik van hen verwachtte en startten zichzelf zomaar opnieuw op.
Maar op een uiterst mooie dag kon ik de hand leggen op het ultieme toestel: de NEXUS 10, uitgerust met de nieuwste versie van het Android systeem. Alle oude kwalen waren met de haverklap verdwenen. Hij zorgde voor perfecte foto’s, hij herinnerde mij aan mijn afspraken, hij telde zelfs mijn stappen zodat ik elke avond kon vaststellen of ik genoeg calorieën had verbrand. Zijn geheugen was quasi onbeperkt. Wanneer ik dacht dat nog een app-ke erbij mijn leven wat comfortabeler zou maken, kon ik dat zo binnenhalen. Meestal gratis als je er de advertenties bijneemt – . Hoe meer ik het toestel gebruikte, hoe intelligenter het werd en hoe beter het inspeelde op mijn wensen. Wensen, waarvan ik zelfs niet wist dat ik die had.
Het vreemde was dat het toestel bij elke uitbreiding ook wat groter werd. Niet veel, telkens enkele millimeter. Dat was blijkbaar nodig om voldoende plaats te vinden op het scherm of om er onderaan een knopje aan toe te voegen. Na enkele maanden paste mijn Nexus niet meer in mijn broekzak en had ik een draagtasje nodig. Dat werd me trouwens door de leverancier prompt opgestuurd. Ik had inmiddels een upgrade contract voor het leven. Al snel groeide  het toestel uit tot een heuse tablet en werd het lastig om ermee te telefoneren of om snel even te kijken hoe laat het was. Maar ook dat probleem werd doeltreffend opgelost. Ik kreeg automatisch een draadloos oortje toegestuurd en wanneer ik mompelend een vraag stelde kreeg ik onmiddellijk het antwoord te horen.
Tot ik op een ochtend wakker werd en op mijn teletablet wou zien hoe laat het was en of er tijdens de nacht nieuwe mails waren toegekomen. Maar het toestel was verdwenen
“Het is 7 uur 42, je hebt drie nieuwe mails bij Telenet en twee bij Gmail. Het is buiten 19° Celsius, het wordt vandaag zonnig weer met een maximumtemperatuur van 32°. Goede morgen.” Zo klonk een stem dichtbij.
Verrast draaide ik me om en naast mij in bed lag een kereltje met een intelligente blik en een opwippende wijsneus.

“Mag ik me even voorstellen, mijn naam is Android 20, maar je mag me gerust Andie noemen. Bij elke vraag die je maar kunt bedenken geef ik je het antwoord. Er is momenteel een interessante aanbieding bij Bol.com. Je kan er met een fikse korting je verhalen publiceren. Zal ik meteen een bevestigende e-mail sturen?”

© Rob

dinsdag 29 november 2016

GEDAANTEWISSELING: Pugilis

Tweeduizend jaar geleden overleed de Italiaanse dichter Ovidius. In de eerste jaren van onze jaartelling voltooide hij zijn METAMORPHOSEN.    
In die fantasierijke verhalen vertelt hij hoe meisjes bomen worden.  Of vleermuizen.  En hoe jongens uitgroeien tot zwanen of tot een hert.  
En dat allemaal tegen de achtergrond van een druk universum waarin goden, nimfen en mensen ofwel in de netten van de liefde, ofwel in de kluisters van de haat en wraak gevangen zitten.   
De grondgedachte van de metamorphosen blijft: ‘alles beweegt, niets blijft en niets vergaat…’

Pakweg 2000 jaar later hebben de cursisten van de opleiding Schrijven aan onze academie ook hun verbeelding aan het werk gezet   Zij schreven een tekst waarin een gedaanteverandering zit verwerkt; de ene keer al opvallender dan de andere keer. 

Pugilis

Belsignaal. 
Mick Slade stuift vanuit de rode hoek naar zijn tegenstander. Mick is twintig, een flinke tien jaar jonger dan de andere bokser. Met zijn jeugdig enthousiasme beukt hij erop los. Links, rechts, links, links, uppercut: zijn slagen treffen doel met de kracht van een gorilla.  De coach van de tegenstander staat te tieren naast de ring. “Ontwijken! Stoten! Uppercut! Sla hem verrot! Doe iets godverdomme, doe dan toch iets!” Tevergeefs. Mick ontwijkt de tegenaanvallen met het grootste gemak.
Lachend.
Dansend.
Als een dartel veulen in een groene wei.
Maar halverwege de tweede ronde laat het dartel veulen zich afleiden door een blonde merrie op de eerste rij. 
Een knipoog. 
Lange, bruine benen.
Grote, bruine borsten.
Mick kijkt het paard één seconde te lang in de bek. Plots wordt hij midden in zijn gezicht geraakt door een mokerslag. Zijn verdediging hapert, zijn rivaal timmert die ongenadig in de prak. Met iedere stoot voelt Mick zich tien jaar ouder worden. Het dartel veulen danst niet meer, maar staat te zwalpen op wankele benen. De stoere gorilla verandert langzaamaan in een lelijke neusaap.

De laatste uppercut zorgt ervoor dat geen prille twintiger, maar een versleten tachtiger neerzijgt in de ring.

“Hinnik,” denkt Mick. En: “Oe-oe-oe.”

Zijn laatste verwarde gedachten terwijl het publiek hem ziet versmelten met het witte canvas.

© Jan

woensdag 23 november 2016

GEDAANTEWISSELING: Hondje

Tweeduizend jaar geleden overleed de Italiaanse dichter Ovidius. In de eerste jaren van onze jaartelling voltooide hij zijn METAMORPHOSEN.    
In die fantasierijke verhalen vertelt hij hoe meisjes bomen worden.  Of vleermuizen.  En hoe jongens uitgroeien tot zwanen of tot een hert.  
En dat allemaal tegen de achtergrond van een druk universum waarin goden, nimfen en mensen ofwel in de netten van de liefde, ofwel in de kluisters van de haat en wraak gevangen zitten.   
De grondgedachte van de metamorphosen blijft: ‘alles beweegt, niets blijft en niets vergaat…’

Pakweg 2000 jaar later hebben de cursisten van de opleiding Schrijven aan onze academie ook hun verbeelding aan het werk gezet   Zij schreven een tekst waarin een gedaanteverandering zit verwerkt; de ene keer al opvallender dan de andere keer. 

Hendrik stapt met zijn hondje, de bus op. Stipt om 9.15 u.  Die doet er exact zeven minuten over om bij de halte aan zijn bankje bij de boom te komen. Daar zet hij zich neer. Rechts. Hij herleest pagina drie van zijn handgeschreven dagboek, wat exact twee minuten en zeventien seconden tijd in beslag neemt. Dan vervolgt hij zijn tocht, te voet. Zijn hondje tippelt  rechts van hem. Na negenendertig stappen komt hij aan het zebrapad. „Rechts, links, rechts.” declameert hij en steekt over om tot bij zijn stamcafé te komen. „Dag Hendrik!” klinkt het vanachter de toog wanneer hij binnenkomt. Ruth werkt vandaag, want het is dinsdag. Hij gaat naar de kapstok, hangt zijn jas op en gaat aan het tweede tafeltje rechts van de deur zitten, op de stoel die met de rug naar het raam staat. Zijn hond strekt zich uit rechts van hem op de grond en hijgt afwachtend. Hendrik opent zijn heuptasje, haalt er een koekje en zijn dagboek uit. Hij geeft het koekje aan zijn hond en herleest pagina zeven uit zijn dagboek. Ruth staat ondertussen aan zijn tafel, vraagt wat hij wil drinken. „Rozebottelthee, alstublieft.” „De rozebottelthee is op, Hendrik.” Hij kijkt niet-begrijpend door zijn bril omhoog. „Ik heb er hier gisteren nog gedronken.” „Het spijt me, maar dat moet dan het laatste zakje zijn geweest. Wil je iets anders? Rodevruchtenthee, misschien? Die heeft dezelfde kleur.” „Goed, doe dat dan maar.” Hendrik kijkt verslagen. Ruth heeft medelijden met hem. Ze houdt hem in de gaten terwijl ze het theezakje onder de lepel op het schoteltje legt. Links ervan twee suikerklontjes, zoals hij het wil. Wanneer ze aan zijn tafeltje komt, ziet ze Hendrik naar een lege bladzijde in zijn dagboek staren. Pagina zevenendertig. Dat is nieuw. „Nogmaals sorry, Hendrik.” Hij reageert niet. „Hoeveel moet ik u?” Ze ziet het geld al klaarliggen in zijn handen. „Twee euro twintig, alsjeblieft” Ruth glimlacht. „Dit is twee euro en twintig cent, alstublieft, dankuwel.” Hij kijkt niet op, staart naar de thee. Ruth draait zich om naar de koffiemachine om de koffiebonen bij te vullen. Wanneer ze hem weer wil aankijken, is hij verdwenen. De thee onaangeroerd. Het dagboek ligt nog steeds open, op pagina zevenendertig. Er staat iets op geschreven. Ruth schuifelt dichter, schrikt wanneer ze de woorden leest die in het papier lijken gekrast. „Nu ben ik hier, op deze bladzijde, te midden van mijn woorden en gedachten. Getekend, Hendrik.” Het hondje trommelt onrustig met zijn voorpootjes op de zitting van de lege stoel…


© Joris

woensdag 16 november 2016

GEDAANTEWISSELING: Strandverlangen

Tweeduizend jaar geleden overleed de Italiaanse dichter Ovidius. In de eerste jaren van onze jaartelling voltooide hij zijn METAMORPHOSEN.    
In die fantasierijke verhalen vertelt hij hoe meisjes bomen worden.  Of vleermuizen.  En hoe jongens uitgroeien tot zwanen of tot een hert.  
En dat allemaal tegen de achtergrond van een druk universum waarin goden, nimfen en mensen ofwel in de netten van de liefde, ofwel in de kluisters van de haat en wraak gevangen zitten.   
De grondgedachte van de metamorphosen blijft: ‘alles beweegt, niets blijft en niets vergaat…’

Pakweg 2000 jaar later hebben de cursisten van de opleiding Schrijven aan onze academie ook hun verbeelding aan het werk gezet   Zij schreven een tekst waarin een gedaanteverandering zit verwerkt; de ene keer al opvallender dan de andere keer. 

Strandverlangen     

 Twee nijlpaarden rijzen uit het heldere zeewater op. Ze ploeteren met schommelende lijven door de woeste branding.  Op het hobbelige zand verliezen ze bijna hun evenwicht. Dreunen onzacht tegen elkaar aan. Schateren het uit en wrijven ondertussen over de pijnlijke plekken op hun verrimpelde dijen. Wat het leven hen zo gul heeft geschonken, torsen ze nu tussen de rijen ligzetels mee. Trots paraderen ze in hun uitpuilende bikini’s. Voelen zich begeerd door de talloze loerende mannen op het strand. Borsten, buiken, billen, heupen. Lillend vlees, waar menige vent in kan verdwijnen.
De twee vrouwen doen Ida dromen. Wat zou ze geven voor een beetje van hun glorie. Naar haar lijf kijkt niemand om.  Haar bikini zit niet strak. Zij is plat. Vooraan, achteraan, aan de zijkant. Bij haar heeft een man niets om zich aan vast te klampen. Ze heeft het nooit heel erg gevonden. Als kind holde ze mee met de jongens. Of speelde ze alleen. Toen ze ouder werd, had ze meestal genoeg aan zichzelf. Ze trok zich terug in haar boekenwereld als mensen over haar uiterlijk begonnen. Daar was ze veilig. Maar dit jaar begon het meer en meer te knagen. Ze bekeek zich vaak in de spiegel. En ze zag …niets. Alleen maar rechte lijnen.  Ze sprak er ten einde raad met haar oma over. Die vertelde haar over dit verre strand. Het was een magische plek. Daar zou de oplossing naar haar toe komen. Ida wil het graag geloven. Maar ze zit hier nu al zolang. Ze zucht en gaat weer liggen.
De zon brandt op haar bleke vel. Al gauw sussen de strandgeluiden haar in slaap.

“Hello? Hello? Hello?”

Ida schrikt abrupt wakker. Voor haar staat een strandventer in short en T-shirt.  Hij herhaalt zijn hallo. Lacht zijn witte tanden bloot. Het zweet parelt op zijn getaande voorhoofd. Twee donkere ogen kijken recht in de hare. Ida voelt zich smelten. Hij wijst naar haar. Of beter naar haar borsten, buik en benen. Brabbelt van alles in een taal die ze niet begrijpt. En toont haar een doorzichtige plastic fles met een groen vettig goedje erin. Het lijkt wel... olijfolie.
Opnieuw wijst hij naar haar lichaam, naar de olie en dan naar de zee. Ida begrijpt hem niet, wil nee zeggen maar denkt dan plots aan haar oma. De oplossing komt naar je toe, galmt het door haar hoofd. Misschien is dit wel de oplossing. En zorgt deze man voor het magische waar haar oma het over had. De man ziet haar twijfelen, steekt vijf vingers in de lucht. Ida knikt nu. Ja, ze wil dit! Ze grijpt haar tas, haalt het geld eruit en betaalt hem. De man lacht tevreden. Wijst dan naar haar rug  met een vragende blik. Ida aarzelt even en knikt dan opnieuw. De strandventer neemt de fles en giet het goedje op zijn hand. Ida gaat op haar buik liggen. Met zachte voorzichtige bewegingen smeert hij haar schouders en rug in. En dan de achterkant van haar benen. Hij tikt even op haar schouder als hij klaar is. Ida wil eigenlijk dat hij haar helemaal insmeerde maar ze durft het hem niet te vragen. Hij geeft haar de fles terug. Lacht nog eens naar haar. Ida kijkt hem na tot hij verdwijnt tussen de parasols en ligzetels. Dan begint ze zichzelf verder in te smeren. Armen, benen, buik en zelfs haar borsten onder haar bikini. Ze glimt nu overal en er hangt een onmiskenbare olijfoliegeur rond haar.
 Ze wacht. Tien minuten, een halfuur, een uur. Begint te twijfelen. Misschien deed ze het verkeerd. Moet ze nog wat smeren. Nee, dat kan niet, ze druipt al van het vet. Wist ze maar hoe lang  het proces duurde. Of wacht eens. De man wees toch ook naar de zee? En die twee dikke vrouwen kwamen uit de zee. Dat is het natuurlijk! Ze moet het water in. Anders werkt het goedje waarschijnlijk niet. Ida houdt niet van zwemmen, kan het niet goed maar op dit strand voelt ze zich sterk. Opgewonden moffelt ze haar spullen weg onder haar ligzetel en stapt dan op het water af.
De zee voelt koud aan na al die uren dat ze op het strand liggen bakken heeft. Ida hapt naar adem terwijl ze door het zoute water glijdt. Verder en verder zwemt ze. Haar benen en armen worden moe. De strandgeluiden sterven weg. Ze voelt zich log en zwaar. Ze kijkt door het heldere zeewater naar haar lichaam.   Nee,  ze is nog niet veranderd. Ze kan niet meer. Maar ze zwemt nog even door. Wil niet opgeven. Dat. Nooit


© Ineke

zondag 13 november 2016

GEDAANTEWISSELING: Voldoening

Tweeduizend jaar geleden overleed de Italiaanse dichter Ovidius. In de eerste jaren van onze jaartelling voltooide hij zijn METAMORPHOSEN.    
In die fantasierijke verhalen vertelt hij hoe meisjes bomen worden.  Of vleermuizen.  En hoe jongens uitgroeien tot zwanen of tot een hert.  
En dat allemaal tegen de achtergrond van een druk universum waarin goden, nimfen en mensen ofwel in de netten van de liefde, ofwel in de kluisters van de haat en wraak gevangen zitten.   
De grondgedachte van de metamorphosen blijft: ‘alles beweegt, niets blijft en niets vergaat…’

Pakweg 2000 jaar later hebben de cursisten van de opleiding Schrijven aan onze academie ook hun verbeelding aan het werk gezet   Zij schreven een tekst waarin een gedaanteverandering zit verwerkt; de ene keer al opvallender dan de andere keer.  

Voldoening

Waar zijn al die onbezorgde woensdagnamiddagen gebleven?
Die namiddagen dat ik zorgeloos binnen speelde als het buiten regende, om in tussenpozen op de zetel te kijken naar mijn favoriete jeugdprogramma’s. Of om een boek te lezen voor school. Dat hoorde er ook bij. Als ik dat niet deed op de driezit in de woonkamer, was het vast op een stoel die ik tot bij de radiator had gesleurd zodat ik daar mijn rug aan kon warmen. Ik las niet enkel omdat het moest, maar omdat ik dat graag deed. Boeken zijn een poort naar een andere wereld, waar draken wachten op ridders die hen zullen verslaan, zeeën verkend worden door kapitein Nemo en een schat slechts enkele bladzijden ver is…
In elk boek kreeg ik de kans, telkens ik een bladzijde had omgeslagen,  om uit te groeien tot een held.
Op een zomers terras, aan de oevers van de Leie, zit een zilveren mikaatje gekneld tussen twee stoepstenen. Het friemelt zich een weg naar de vrijheid. Tot een bruuske bries het papiertje opschept. Het wappert in bochten tot net boven de grond en glinstert in het zonlicht. 
Mijn grote roodgelakte teen vangt het blinkende niemendalletje op en laat het heel even op de wreef van mijn voet balanceren.  Ooit was dit ragfijne ding een bolster rond een snoepje.
Ik raap het op, koester het in mijn handpalm en voel me ineens kwetsbaar. Een verhaal over een afgedankt iets, een iets uit het niets, ritselt door mijn gedachten. Ik vouw mijn hand open en blaas zo hard dat mijn kleine zilveren bondgenootje verder opstijgt.
Het doorboort koude en warme luchtgolven, recht op zijn doel af.
En kijk! Hoog boven de wolkenslierten, groeit het uit tot een kolossale stalen vogel met weidse vleugels.
Zwevend krast hij dikke witte strepen in de staalblauwe hemel.
De vogel heeft meerdere ogen. Dat zijn de ovalen raampjes waartegen platgedrukte neuzen plakken. 
Zij, daar hoog in de hemel, zien een mensje zitten op een zomers terras, hier aan de oevers van de Leie.  

© Evelyn

zaterdag 10 september 2016

Je levensverhaal voor je kinderen of kleinkinderen

"Als een mens sterft, gaat een bibliotheek verloren"

Zorg ervoor dat je geliefden nog kunnen bladeren in de bibliotheek van je leven.

De schrijfopleiding van de academie van Deinze helpt je op weg.

Elke weekdag op dinsdagmorgen tussen 9.15 en 12.15 u in de bibliotheek van Deinze

Voor meer informatie, mail je naar literairecreatie.deinze@hotmail.com

donderdag 8 september 2016

Niet duur, wel duurzaam zo'n schrijfopleiding

  • Ben je tussen 18 en 24 jaar oud?  Dan betaal je 130 euro voor een volledig academiejaar


  • Vanaf 25 jaar betaal je 305 euro of 130 euro na vermindering

maandag 5 september 2016

En... nog drie redenen om een schrijfopleiding te volgen

1.Je ontmoet anderen die, net als jij, willen schrijven  

2.Je ontdekt de stijl van schrijvers van proza en poëzie uit binnen- en buitenland


3.Je probeert nieuwe schrijftechnieken uit tijdens de les

Meer weten?  Mail naar literairecreatie.deinze@hotmail.com

vrijdag 2 september 2016

Nog drie redenen om een schrijfopleiding te volgen

1) Je ontdekt nieuwe schrijftechnieken en je probeert die meteen uit tijdens de les.

2) Je leert dat je overal inspiratie vindt als je schrijft, want schrijven is een vorm van mindfulness. 

3) Je zoekt en ontdekt bij de schrijfopdrachten je eigen stem en stijl. 

Meer weten?  Mail naar literairecreatie.deinze@hotmail.com

woensdag 31 augustus 2016

Drie redenen om een schrijfopleiding te volgen

1) Je ontvangt om de drie maanden van de schrijfdocent een checklist met werkpunten.  Handig om je nog beter te voelen als je schrijft.

2) Je ontdekt bij welk genre je pen zich het prettigst voelt.  Schrijf je liever gedichten, verhalen, columns of romans.  Of ga je voor een toneelstuk?

3) Tijdens het academiejaar ontmoet je drie auteurs die je meer vertellen over schrijven en publiceren.

Mail naar literairecreatie.deinze@hotmail.com voor meer informatie.

zondag 28 augustus 2016

Schrijven aan de academie van Deinze

Is schrijven wel iets voor jou?   
Kan je wel leren schrijven?   
Kan je als beginneling ook deelnemen aan een schrijfcursus?

Driemaal 'ja' is ons antwoord.

Nog niet overtuigd? 

Mail naar literairecreatie.deinze@hotmail.com voor meer informatie.


vrijdag 26 augustus 2016

Schrijf je graag?

Een schrijfopleiding helpt je op weg naar woorden, beelden ...

Mail naar literairecreatie.deinze@hotmail.com voor meer informatie.

zondag 21 februari 2016

De dagvaarding: Luchtige Letters 2016

De dagvaarding

Richard Delacour overloopt zijn lijst. ‘Nog acht zaken te gaan, bijna halfweg,’ denkt hij. Tevreden stelt hij vast dat zijn lunch met de procureur niet in gevaar komt. 
‘Laat gedagvaarde Vandewiele binnenkomen,’ zegt hij.
Uit de gang weerklinkt het getik van voetstappen over de marmeren vloer.
Vreemd, denkt Richard. Was Vandewiele niet een man? Hij neemt het dossier erbij.
Naarmate de voetstappen dichterbij komen, overstemt steeds luider wordend gelach het getik van de schoenen. De rechter kijkt op van zijn papieren en ziet voor hem de gedagvaarde staan. Hij kan zijn ogen haast niet geloven. In zijn dertigjarige loopbaan aan de rechtbank van Iepenaarde  heeft hij nooit zo een regenboog van felle kleuren gezien.  Zelfs de hoertjes waren altijd fatsoenlijker gekleed. Vandewiele draagt een nauw aansluitende wieleruitrusting, in fluorescerend geel en roze. Zijn natte haar staat in pieken overeind en op zijn geschoren benen staat kippenvel.
‘Wat heeft dat te betekenen?’ vraagt de rechter streng.
Het gelach in de zaal verstomt.
‘U heeft mij toch gedagvaard?’
‘Dat weet ik ook wel, maar u ziet eruit alsof u zich heeft ingeschreven voor de Ronde van Vlaanderen.’
 ‘Is daar iets mis mee?’
 ‘Meneer, mag ik u eraan herinneren dat u zich hier in een rechtbank bevindt? Ik verwacht zeker niet dat u een kostuum draagt. Ik heb hier al veel gezien: sportschoenen, jeansbroeken,... Maar u spant toch echt wel de kroon. ’
De beklaagde staart hem vol verontwaardiging aan. ‘Het is jullie schuld! Jullie hebben mijn auto in beslag genomen. Alleen met de fiets kon ik hier vandaag geraken.’
‘Kom maar terug als u wat deftigere kledij heeft gevonden…De volgende!’
De wielrenner blijft staan. ‘Schandalig is het!’ foetert hij. ‘Dertig kilometer heb ik deze ochtend door de regen gefietst. En dan vertellen jullie mij doodleuk dat er in het hele gebouw niet eens een douche is.’ Een agent leidt hem de zaal uit.
Richard wrijft zich in de ogen. Het lijkt alsof de felle kleuren en de geschoren benen nog altijd voor zijn ogen aan het dansen zijn. 


© Willem

donderdag 18 februari 2016

Inspiratiegedicht van Toon Tellegen

De  romantiek is een opmerkelijke stroming in de kunst.
Wars van verniewing pronkt zij juist met haar eigen schaduw,
Laat haar valsheid vallen op mensen
Die elkaar toevallig ontmoeten,
En strooit met bedrog op alle uren van de dag.

Voor mij heeft de romantiek een liguster gekweekt
En laat mij voorgoed in het duister tasten
Naar de zin van deze plant.


© Toon Tellegen

zondag 14 februari 2016

De gevlekte: Luchtige Letters 2016

De gevlekte        

In de weide stond een zwart-wit gevlekte koe. Niet zo ongewoon, maar deze koe zag er helemaal anders uit dan elke andere koe. Ze droeg een rode stropdas. En een nauwsluitende jeans die spande om haar kont en met een bijkomende opening voor haar staart en haar, nou ja, je weet wel. En gelukkig maar, want ze bleek niet in staat om haar broek zelf uit of aan te trekken.
Wat ook bijzonder was: die koe stond niet de godganse dag zonder uitdrukking te gapen. Nee, aan haar gezicht kon je zien hoe ze zich voelde: blij of kwaad, verveeld of verdrietig.
En net die dag keek ze duidelijk verdrietig.
'Ik sta hier tussen zoveel koeien waarmee ik graag zou willen kletsen, maar niemand kijkt me aan,' dacht ze.
Wat verder liep er een kalfje, braafjes in de buurt van mama koe. Ze had wel gezien dat die ene koe er helemaal anders uitzag. Ze wou er graag naartoe springen, maar de mama greep haar telkens bij de staart om haar in toom te houden.
'Je moet bij mij blijven en niet rond die andere mama's gaan lopen, daar houden ze niet van,' zei haar mama.
Maar nadat het kalfje netjes haar melk had gedronken, en haar mama zich neervlijde om te herkauwen en een dutje te doen, muisde ze er stilletje vanonder. De andere koeien, haar tantes, probeerden haar nog bij zich te houden maar dat lukte hen niet. En ze huppelde naar de vreemde koe.
'Waarom zie jij er zo raar uit?' vroeg ze op de koe af.
'Ik zie er niet raar uit,' antwoordde de koe, 'alle deftige dieren dragen een das en een broek. Alleen jullie lopen zo onbeschaamd bloot rond.'
'Ik heb toch ook een mooi pakje aan,' antwoordde het kalfje, 'gemaakt van natuurlijk leder en bijna helemaal wit, alleen op mijn hoofd en mijn rug heb ik zwarte vlekken. Zo zullen de mensen mij gemakkelijk herkennen, wanneer ik groot ben.'
'Wel, mij kan je herkennen aan mijn rode das!' zuchtte de koe. 'Maar we staan hier zomaar te praten zonder ons deftig voor te stellen. Ik heet Josephine-Charlotte, en jij?'
'Mijn naam is Blaartje. Waarom heb jij zo’n moeilijke naam?'
'Waar ik vandaan kom hebben we allemaal mooie namen met twee woorden. We moesten trouwens altijd met twee woorden spreken, ook als we elkaar gewoon aanspraken. Vandaar. Onze meesters en meesteressen hadden wel drie of vier namen, maar ja, dat waren mensen en die kunnen dat allemaal beter onthouden. Die mensen vonden ook dat we allemaal een broek moesten dragen. Ja, ook de dames onder ons: zij vonden dat een jurk dragen in ons geval niet deftig genoeg was. En iedere koe moest een verschillende das dragen zodat ze ons konden herkennen. De mensen daar vonden het ongepast om naar onze naakte huid met onze vlekken te staren om uit te maken wie we waren.'
'Wat raar,' zei Blaartje, 'maar zo ‘n das vind ik wel leuk. Die broek niet, die lijkt me niet praktisch. Waar denk je dat ik een das kan vinden?'
'Ach, je krijgt er een van mij omdat je zo lief bent om met mij te praten,' zei Josephine-Charlotte. 'Kom maar mee naar de stal, ik heb er nog enkele op reserve in mijn handtas.'
Blaartje wist niet wat een handtas was maar huppelde wel mee met de grote koe naar de stal. Daar kreeg ze een azuurblauwe das met gele vlindertjes. Blij gaf ze Josephine-Charlotte een kus op de wang.

'Bedankt hoor!' zei ze en huppelde terug naar haar mama. Ze was benieuwd wat die ervan zou vinden.

© Rob

zondag 7 februari 2016

Populaire vraag: Luchtige Letters 2016

Dag David, Dag Fons,

Hoe is't?

Hoe is't?

Hoe is't?

Hoe gaat het nog met je?

Dat willen ze niet echt weten!

Ik antwoord al lang niet meer
En meestal zijn ze heel gauw
De vraag alweer vergeten

Neen echt, zeg eens
Hoe gaat het met je?
Op een schaal van één tot tien
Misschien een vijf of zes

Oh dat is niet veel!

En die heb ik de rest
van de avond
ook niet meer gezien

Hoe is’t?
En met de kinderen en je man?
De onze is een primus in Latijn
Dus van mij hoor je geen geklaag
Morgen vertrekken we naar Japan
Druk druk druk!
Oh ja, wat was ook weer de vraag

Zelf vraag ik het niet meer
En ook dat valt hen niet op
Blijf glimlachen, de hele avond lang

Neem afscheid en doe alsof
ik heb genoten van het gezwets
en hun lege kop

©San












zondag 31 januari 2016

dBielen Luchtige Letters 2016

dBielen

Ik heb mezelf een paar oordoppen aangeschaft. U kent ze wel, van die op maat gemaakte siliconen dingen. Ik ben namelijk wat u een “muziekliefhebber” kunt noemen. En dan is doof worden door je hobby nogal absurd. Zelfs totaal te vermijden als het even kan. Vandaar dus die rubber oordingen. Ze zitten al ieder optreden netjes in mijn oren. De blauwe in het linker en de rode in het rechter. Zoals het hoort. Het helpt ook echt, zo’n rubber geval in je oor. Ik ga na het concert niet meer naar bed met een vervelende fluittoon op de achtergrond. De dopjes filteren elk geluid boven een bepaald niveau naar beneden. Er is alleen een vervelende bijwerking... om de een of andere reden die een natuurkundige u ongetwijfeld zeer graag zal uitleggen, zorgt dat er ook voor dat ik stille geluiden beter hoor. Vervelende mensen die hun mond niet kunnen houden bijvoorbeeld.
Serieus, als je naar een optreden komt, ga dan niet vooraan staan praten met je vriendin. En als je dan toch tegen je zin aanwezig bent, ga dan discreet achteraan staan. Ga iets drinken aan de bar of zo. Mij om het even, maar kom niet met je al even ongeïnteresseerde hartsvriendin naast mij staan om even gezellig bij te kletsen. Ik overdrijf, zegt u? Sta me dan toe u even mee te nemen naar een donker zaaltje in Gent, een paar weken terug. De Britse band Jesu kwam er het beste van zichzelf geven. Mocht het geen belletje doen rinkelen: Jesu is een industrial band opgericht door Justin K. Broadrick, wandelende samplebibliotheek en gitaarmonster. Hij is ook de man achter de al even legendarische industrialformatie Godflesh. Op hun beurt weer bekend voor de songs “Circle of Shit”, Spinebender” en “Crush My Soul”. 
Afijn, u snapt het wel; ik was daar niet heengegaan voor een rustig avondje bloemschikken met gepaste achtergrondmuziek. Ik wou harde riffs horen en dreunende, machineachtige drumritmes. En ja, misschien zou ik zelfs dansen!
Of neen, toch maar niet. Gezapig headbangen zou het worden. Samen met de andere aanwezigen. Geheel synchroon en strak in de maat. De verwachtingen waren erg hoog, en ze werden feilloos ingelost door Broadrick en zijn makkers. Zijn gitaar produceerde een vervormde stroom gekerm en de bassist speelde een meeslepend lijntje dat de vullingen in mijn tanden deed rammelen. De drummer sloeg erop los alsof zijn leven ervan afhing en keek met een blik die leek te zeggen: “Dit drumstel heeft mijn moeder beledigd en daarom moet het dood!” Kortom: het was luid.
En toch waren daar die twee grieten. Links vooraan stonden ze. Vlak voor Broadrick, maar met hun rug naar hem toe gekeerd. Schreeuwend in elkanders oor om toch maar boven de muziek uit te komen.

Over hun vriendjes.
Over hoe druk het deze middag wel niet was in de Ici Paris.
Over Kim Kardashian.
Over “de Joris van boekhouding” en hoe ongelofelijk knap die wel niet is.
Enzovoorts.
Enzoverder.

Niemand scheen er zich aan te storen, maar ondergetekende had netjes zijn dopjes ingedaan en kon dus ieder woord glashelder verstaan.

Iedere naam van ieder potentieel nieuw vriendje.
Elk vandaag bij de Hunkemöller gekocht setje.
De vergelijkende test tussen lipgloss van Nivea en die van Kruidvat.
Waarom wenkbrauwen bijplukken noodzakelijk is.
Alsof de fucking Flair in mijn oor werd voorgelezen! Ik werd er gek van. Enkele van mijn beroemde boze blikken maakten geen indruk op de meiden. Een paar eigenhandig gestarte moshpits die “per ongeluk” tussen de schminkdozen landden hadden ook geen effect en opschuiven naar de andere kant van de zaal was onbegonnen werk wegens te druk.
Trachten te negeren dan maar. Een hele opgave, maar op den duur lukte het. Zo ongeveer halfweg het laatste nummer van de set had ik bijna geen last meer van de trutten. Een half nummer en een daverend applaus later viste ik de oordoppen uit mijn oren. Ik wou iets gevat gaan zeggen, iets wat ik al het hele optreden in mijn hoofd geoefend had.
“Stond het luid genoeg?”
of
“Amai, wat een lawaai! Ik kon bijna jullie gesprek niet volgen!” Maar voor ik mijn mond kon opendoen hoorde ik de ene griet tegen de andere zeggen “Luid hé! Gaan we buiten een sigaretje roken?” en hop, weg waren ze.
Zou je ze niet...?


© Jan

donderdag 14 januari 2016

Nieuwjaarshaiku 2016 van Evelyn

Zon blaakt stroomafwaarts

oud sloft weg in avondrood

herboren licht roept


© Evelyn 

zaterdag 9 januari 2016

Nieuwjaarshaiku 2016 van Rob


een reiger schrikt op

het nieuwe uur barst open

sneeuwvlokken landen


© Rob

donderdag 7 januari 2016

Nieuwjaarshaiku 2016 van San

Kom dwarrel eens mee

Vredig tussen de sterren

Naar een nieuw begin


© San 

maandag 4 januari 2016

Nieuwjaarshaiku 2016 van Anne

maanden keren zich

ijs krast hun nieuwe namen

in de boomnerven


 © Anne 

vrijdag 1 januari 2016

Nieuwjaarshaiku 2016 van Lily

lonkende wilgen

zwiepen gezwind met takken

het nieuwe jaar in
  

© Lily