maandag 12 december 2016

GEDAANTEWISSELING: Voorwaarde 7, paragraaf 8

Tweeduizend jaar geleden overleed de Italiaanse dichter Ovidius. In de eerste jaren van onze jaartelling voltooide hij zijn METAMORPHOSEN.    
In die fantasierijke verhalen vertelt hij hoe meisjes bomen worden.  Of vleermuizen.  En hoe jongens uitgroeien tot zwanen of tot een hert.  
En dat allemaal tegen de achtergrond van een druk universum waarin goden, nimfen en mensen ofwel in de netten van de liefde, ofwel in de kluisters van de haat en wraak gevangen zitten.   
De grondgedachte van de metamorphosen blijft: ‘alles beweegt, niets blijft en niets vergaat…’

Pakweg 2000 jaar later hebben de cursisten van de opleiding Schrijven aan onze academie ook hun verbeelding aan het werk gezet   Zij schreven een tekst waarin een gedaanteverandering zit verwerkt; de ene keer al opvallender dan de andere keer. 

Voorwaarde 7, paragraaf 8

Maandag 10 april, 6 uur in de ochtend. De wekker rinkelt. Bart schuift met één hand over de nachttafel. Onder druk van de hand zakt deze iets naar beneden, en komt dan zachtjes terug op haar plaats.
Verwonderd opent hij één oog. Dan meteen het tweede.  De nachttafel zweeft. Wat verder ziet hij de andere meubels van zijn loft hangen. En de wekker.
In een reflex wil Bart gaan zitten, maar botst met zijn hoofd hard tegen het plafond.
“What the hell!” roept hij. 
Even gaat hij in “freeze”. Zijn ogen speuren de omgeving af. Dan rolt hij zich voorzichtig naar de bedrand. Vijf meter onder zich ontwaart hij de loftvloer. 
Snel laat hij weer zijn hoofd op het kussen zakken. “Ik word zot,” denkt hij.“Zot!”
Fors zet hij zijn voeten tegen het plafond en duwt hij het bed waarop hij ligt naar beneden.  Hij wringt zich vantussen het bed en het plafond. Het lukt. 
Met zijn voeten tegen het plafond stapt hij naar de dichtstbijzijnde muur. Daar grijpt hij de haak van een reusachtig schilderij, en trekt zich naar omlaag. Zijn hand strekt zich uit naar een deurklink, maar die hangt net buiten reikwijdte.
“Verdomme,” vloekt Bart. “Schijtloft.”
Hij stapt verder naar een hangkast aan de andere kant van de deur, en probeert het nog eens. Ditmaal met succes. Bart wurmt zich door het deurgat, en komt in de gang. Gelukkig is het plafond daar veel lager. Het lukt hem relatief vlot de huisdeur te openen.
Ondersteboven hangt hij in de deuropening en kijkt naar buiten. Mensen haasten zich naar hun werk. Niemand schijnt hem te zien.
“Alarm!” schreeuwt Bart. “Alarm!”
Een paar voetgangers draaien hun hoofd opzij, bekijken hem met vreemde blik en stappen verder. Enkele mensen lachen.
Dan gaat zijn gsm af. “Verdomme, lag op mijn nachttafel...,” zucht Bart. Hij volgt dezelfde weg terug: gang, deur, hangkast, leefruimte. Het lukt beter dan voordien. Ook op het plafond lijkt al wat vlotter te gaan.
Zijn gsm zweeft naast de Sanseveria. Bart neemt op.
“Fijne goedemorgen mijnheer De Zwever,” zegt een wat trillerige vrouwenstem. “U spreekt met het Nationaal Agentschap Zwaartekracht Aangelegenheden. NAZA dus, met een Z. Niet te verwarren met NASA. Hoe voelt u zich?”
“Wel...compleet ondersteboven eigenlijk.” antwoordt Bart.
“Mag ik u even feliciteren? U werd geselecteerd voor een belangrijk wetenschappelijk experiment, gericht naar woningen met ultrahoge zoldering. Via gerichte stralen vanuit een satelliet keren we voor 24 uur de zwaartekracht om.  Zo creëren we een nieuwe soort dubbelwoningen, waarbij één woning zich op de grond situeert en een andere op het plafond.  U doet momenteel mee aan de allereerste proef. Geweldig, niet? Vertel eens, mijnheer De Zwever...wat is er zo fijn aan plafondwonen?”

“Niets, mevrouw Naza. Ik wil terug met mijn voeten op de aarde. Ik moet naar het werk gaan...En bovendien heb ik geen tijd voor vragen... mijn huisdeur staat nog open!”
“Maakt u zich daar maar geen zorgen over, hoor! Uw werkgever is één van onze grootste aandeelhouders. Hij heeft u aanbevolen. En het telt voor werkuren, dat heeft hij ons verzekerd.”
Bart weet even niet wat zeggen.
“Mijnheer De Zwever?”
“Mevrouw... Luister eens... Zeg tegen uw klote-aandeelhouder dat hij zelf aan het plafond gaat hangen! En hij mag meteen ook mijn ontslagbrief klaarleggen. Ik heb er genoeg van!”
Aan de andere kant van de lijn klinkt er geroezemoes.
Een man neemt over. “Hallo Bart, zo heet je toch he? Ik ben Fieliep. Fijn je te leren kennen! Bart, ik moet je feliciteren. Je bewijst de wetenschap momenteel een onschatbare dienst. Die vierentwintig uur zijn zo om, je zal het zien. Vannacht schakelen we de satelliet stap voor stap uit en dan komt je bed netjes terug op zijn plaats. Deal?”
“Nee!” zegt Bart. “Ik vraag u uitdrukkelijk om nu onmiddellijk met dat idiote experiment te stoppen.”
“Maarmaarmaar...denk toch niet enkel aan jezelf, beste kerel. Denk aan de positieve gevolgen voor de woningmarkt! Je naam in de krant...”
“Neeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeee zeg ik!”
“Komaan, Bart. Dit is waarschijnlijk het belangrijkste dat je ooit in je leven zal doen! Dat ga je toch niet laten schieten, zo'n kans?”
“Hoort ge niet goed, vent? ZET-DIE-SATELLIET-AF!” Barts lippen trillen van woede.
“Oké dan...Je huisdeur stond open zei je? Dat is alvast conform voorwaarde 7 paragraaf 8. Over de aansprakelijkheden als de klant zelf verzoekt de noodknop in te drukken. Wij verwittigen uiteraard de nodige diensten...”
“Ik weet van geen voorwaarden. Dat interesseert mij ook niet. Ik wil naar beneden.”
“Door mee te doen aan het experiment heb je je er automatisch mee akkoord verklaard.”
“Luister eens nazalul. Stop die voorwaarden ergens waar het licht niet komt. En ik herhaal het nog één keer: stop! Nu!”
“Goed Bart, daar gaan we dan! Ik druk op de noodknop! Spoedig herstel, Meneer De Zwever” 

© Patrice

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.